Veel plafondlampen op de markt claimen “diffuus” te zijn, maar gebruiken vaak alleen een matte kap: het licht blijft hard en de LED’s zijn zichtbaar. Volg deze drie criteria om een echt zachte, oogvriendelijke lamp te kiezen.

1. Controleer de structuur: lichtgeleider + diffuser

Echte diffuse plafondlamp: De kap heeft een dubbele laag — binnenste lichtgeleider voor gelijkmatige verspreiding van LED-licht, buitenste diffuser voor extra verzachting. De randen vertonen subtiele lichtgeleiderlijnen.

Valse diffuser: Alleen een matte laag, LED’s zichtbaar, licht blijft hinderlijk.

2. Test het licht: drie eenvoudige methoden

Directe blik: Geen zichtbare LED-punten → echt diffuus licht.

Telefoon test: Geen lichte vlekken of patronen → goede diffusie.

Schaduwetest: Plaats een boek eronder. Geen scherpe LED-contouren → gelijkmatige lichtverdeling.

3. Controleer parameters: drie essentiële indicatoren

UGR (verblindingsindex): Kies bij voorkeur ≤ 19.

CRI (kleurweergave): Ra ≥ 90 voor nauwkeurige kleuren.

Kleurtemperatuur & dimbaar: Slaapkamer: 3000–3500K dimbaar, woonkamer: 4000K dimbaar. Vermijd vaste koud- of warmwit licht.

Aanvullende tips

Materiaal: Lichtgeleider: hoogdoorlatend PC, diffuser: mat acryl.

LED-verdeling: gelijkmatig, geen donkere plekken.

Driver: DC zonder flikkering → optimale oogbescherming.

Met deze criteria kies je een plafondlamp die echt zacht, verblindingsvrij en duurzaam is.